Psalm 130
1. Uit diepten roep ik U die redt,
Heer God, wil naar mij horen,
ontvang van mijn verward gebed
de trilling in uw oren.
’t Is niet om aan te zien, het kwaad.
Als Gij de zonden tellen gaat,
wie kan dan staande blijven?
2. Wij weten tegen wil en dank:
de schulden zijn schrikbarend.
Maar uw genade heeft de klank
van liefde, levensparend.
De dood gaat onze ziel voorbij,
alleen maar gratie krijgen wij,
wij leven van vergeving.
3. Daarom, o Heer, ik wil voortaan
niet op het drijfzand lopen
van eigendunk en eigenwaan,
mijn hart gaat voor U open.
Uw woord, uw wonderbare taal
van zeventig maal zevenmaal
is vaste grond voor altijd.
4. In diepten van de zee werpt Gij
mijn zonden en mijn zorgen.
Mijn hart verwacht de Heer, want Hij
verschijnt zoals de morgen.
Hij is de God van Israël
die jou en mij verlossen zal
uit álle kwade machten.
—
Zing met de hemelboden, 77 liederen voor gemeente en cantorij
tekst Ria Borkent
melodie Sietze de Vries
Reacties
Reacties zijn gesloten.