Nu zingen wij getroost en blij
van vreugdevolle dingen,
om samen in Gods cantorij
zijn liefde te bezingen.
God bracht verandering teweeg
die wondermooi gestalte kreeg
in Christus onze Here.
De dwaalgeest had mij in zijn macht,
liet mij geheel ontsporen.
Een kwelling was het dag en nacht
voor dood te zijn geboren.
Ik zonk, zo zondig als ik was,
steeds dieper weg in het moeras
van oeverloze onmacht.
Maar Gods verdriet om deze strijd
is al vanouds gebleken
toen Hij in zijn barmhartigheid
zijn Vaderhart liet spreken.
Hij gaf het Woord dat bij Hem was;
het Woord dat in Gods ogen las
is kostbaar, uitermate.
Aan liefde gaf Hij een gezicht,
het heil kreeg handen, voeten:
zijn lieve Zoon heeft zich verplicht
de zonden uit te boeten.
Dit Woord met daden onderstreept
heeft voor de dood ons weggesleept
en doet ons met Hem leven.
Gods Zoon, een pasgeboren kind,
zijn majesteit verborgen –
de ster is Hij, een sterveling
die opstaat in de morgen.
Geen macht heeft Hem de weg versperd.
Zo is, nu Hij de Redder werd,
het rijk van God aanstaande.
Martin Luther – 1524
Vertaling Ria Borkent
Nun freut euch, lieben Christen g’mein, BWV 388
Melodie LB 654
Reacties
Reacties zijn gesloten.