Voor de leider van het koor.
Een psalm van David, na het bezoek van de profeet Natan, toen hij met Batseba geslapen had.
Ontferm u over mij, o God,
want groot is uw barmhartigheid.
Vergeef, vergeef mijn zonde toch,
die ik erken met diepe spijt.
Mijn kwaad was tegen u alleen
en schaamrood kleurt mijn schuldig bloed.
Nu gaan uw ogen door mij heen;
uw oordeel, Heer, dat is volkomen goed.
Zie hoe ik ben, in schuld verwekt,
vanaf de moederschoot onrein.
Maar u wilt waarheid, u ontdekt
hoe eerlijk mijn geheimen zijn.
Was mij dan in uw wijsheid, Heer,
om witter nog dan sneeuw te zijn,
en laat mijn hart, door u bezeerd,
weer vrolijk zijn, bevrijd van alle schijn.
Heer, zie toch niet op mijn tekort,
doe weg mijn ongerechtigheid.
Maak dat mijn hart weer zuiver wordt,
mijn geest opnieuw u toegewijd.
Verlies mij uit uw ogen niet,
beziel mij, neem uw Geest niet weg,
Geef dat mijn hart met vreugde ziet
uw heil o God, en graag aan u zich hecht.
Dan wijs ik hen die zijn verdwaald
de goede weg, u tegemoet.
Wie schuldig is, wie heeft gefaald,
verlaat zijn pad en keert zijn voet.
O neem de bloedschuld van mij weg,
dan juich ik om mijn vrijspraak, Heer.
Uw woorden, op mijn tong gelegd,
verhogen u, ik loof u eens temeer.
Geen offerdier vraagt u van mij,
geen altaargeur die u behaagt,
maar een berouwvol hart wilt u,
gerechtigheid is wat u vraagt.
Heer, wees barmhartig en doe dan
aan Sion goed, dat niets ontbreekt,
en bouw opnieuw de muren van
Jeruzalem, waar alles van u spreekt.
—
Erbarm’ dich mein, o Herre Gott, BWV 305
melodie Erhart Hegenwalt – 1524
tekst Ria Borkent, Een vleugje eeuwigheid – 80 Bach-koralen herdicht.
Uitgeverij Gooi en Sticht / Kok Kampen – uitverkocht
Nog enkele exemplaren bij Ria Borkent
Ria Borkent 
Reacties
Reacties zijn gesloten.